Over riet en Oud & Nieuw

Afgelopen zondag wandelde ik langs het water. Er stond ook veel oud riet. Nu in de winter is het riet bruin. Het stond voor mij symbool voor het oude jaar. Je kijkt terug, ziet wat er nog over is van het afgelopen jaar. Wat gebleven is en wat voorbij is. 

Ik moest denken aan een lied, waarin staat:

het geknakte riet verbreekt hij (God) niet. Hier kun je het lied beluisteren.

En wat een troost gaat daar van uit. Wij kunnen geknakt zijn. Geknakt door het leven. Geknakt door mensen. Wat is er nog over van wie wij waren? Van wie we willen zijn? Als je terugkijkt op het voorbije jaar, zinkt de moed je misschien in de schoenen. Wat is er nog over van wat je gedaan hebt, van hoe je geleefd hebt? Welke invloed heb je gehad of had je graag willen hebben?

Het geknakte riet breekt God hij (God) niet af, de kwijnende vlam zal hij niet doven.¹  Hoe geknakt en gekwetst we ook zijn, God blijft en houdt ons overeind. Wij hoeven niet bezwijken onder de druk die we voelen. De druk die we onszelf aan doen of die anderen ons aan doen. We hoeven niet gebukt gaan onder de omstandigheden. Maar dat kunnen we niet uit eigen kracht. En dat hoeft ook niet. God is erbij en houdt ons overeind. Vangt ons op als we onderuit gaan. Richt ons op als we gevallen zijn. Maakt telkens een nieuw begin met ons.

 

Dit riet wordt gemaaid en dan groeit er nieuw riet. Jong, fris, groen. Zo kijk ik naar het nieuwe jaar: nieuwe kansen, nieuwe groei. We mogen uitzien naar wat komt in het nieuwe jaar. Naar wat God gaat doen. Naar wie wij mogen zijn. In ons eigen leven en voor anderen. Misschien heb je grootse plannen, zie je het allemaal al voor je. Misschien zie je er tegenop. Misschien wacht je eerst dat gesprek af, dat onderzoek, die uitslag, die nieuwe baan en kun je voor je gevoel dan pas verder.

Hoe het ook zal gaan, ik geloof dat God erbij is en alles gaat geven wat we nodig hebben. Zo kunnen we gerust het oude jaar afsluiten en het nieuwe beginnen. Want in Zijn handen zijn we veilig. Ik wens u en jou alvast een goede jaarwisseling. 

¹ Dit staat in de Bijbel, in Jesaja 42 vers 3