zaterdag 4 juli 2020

Vol of hol?


In mijn tuin staan een aantal aardbeiplanten. Sinds een paar weken zitten er aardbeien aan en kan ik weer oogsten. Het is het handigste om er elke dag even bij langs te gaan, maar ik sla geregeld een dag (of twee) over.

Zo op het eerste gezicht kan ik alle rijpe aardbeien plukken. Maar ik heb geleerd het stengeltje waar de aardbei aan groeit, eerst even op te tillen en rond te draaien. Je ziet de aardbei dan van alle kanten. En het gebeurt nogal eens dat die aardbei dan aangevreten is. Er zit een klein gaatje in of hij is helemaal hol. De dader? Een slak of een wormpje of wat ook. Soms is die nog aanwezig, maar vaak kun je alleen maar raden wie het gedaan heeft. Zo op het oog is de aardbei gaaf, totdat je beter kijkt.



Al plukkende trek ik de parallel met geloven. Vragen en gedachten borrelen op. En ik stel de vragen hieronder allereerst aan mezelf. Ik wil ze ook aan u / jou stellen. Niet om te oordelen, maar als een spiegel. Niet om aan te wijzen wat er niet goed is, maar om naar Boven te wijzen.

Je geloof: aan de buitenkant kan het heel wat lijken. Die buitenkant die je aan anderen laat zien. Of aan God. Of waarmee je jezelf tevreden stelt. Maar gaat het geloof ook verder dan de buitenkant? Of is je geloof inhoudsloos? Leeggegeten? Omdat je het niet genoeg voedt? Omdat je je niet voeden, niet vullen láát? Omdat het te weinig ruimte krijgt? Omdat het verstikt tussen allerlei andere zaken? Er is een liedje van Christian Verwoerd met de zin: “de dief is bezig met stelen. Hij rooft de vreugde uit je leven weg”. Daar moest ik aan denken. Je wordt bestolen, je energie / blijdschap wordt weggevreten. Een leeg omhulsel blijft achter, of zelfs dat niet eens…

Een aardbei die aangevreten is, laat ik liggen. Geen redden meer aan. En vies bovendien. Ik pluk gauw de aardbeien die nog wel heel zijn, voordat ook zij opgevreten worden en er niets voor mij overblijft.

Als je (geloofs)leven leeg is, is het geen verloren zaak. En dat bedoelde ik net met naar Boven wijzen. “Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden” staat er in de Bijbel, in Hebreeën 4:16. Hoe leeg je leven misschien ook is, hoe lang het misschien al duurt, je mag en kunt altijd terug naar God. Dit mag je zelf doen. Je mag anderen vragen het voor je te doen. En als ook dat een stap te ver is, weet dat de Heilige Geest voor je bidt: “En omdat we maar zwakke mensen zijn, helpt Gods Geest ons. Want we weten zelf niet goed wat en hoe we moeten bidden. Maar de Geest bidt Zelf voor ons met zuchten die niet in woorden zijn uit te spreken” (Romeinen 8:26). Wanhoop niet. Je mag je altijd weer laten vullen: Vader, hier ben ik, aangevallen, leeg, en daarom verdrietig, of teleurgesteld, of boos, of …  . Heer, vult U de gaten, vult U de leegte, geeft U nieuwe inhoud aan mijn leven, aan mijn geloof. En ja, de dief blijft loeren of hij je kan bestelen, en hij zál weer toeslaan. Het zijn zijn laatste stuiptrekkingen. Maar altijd weer mag je naar God toe. Juist lege handen kunnen gevuld worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wil je reageren? Leuk! Laat hier een reactie achter of stuur een email naar: doordeogenvanjeanet@gmail.com