Laat
maar klinken
met je
stem
je
blijdschap, je verdriet,
je
vragen, aan jezelf, aan Hem.
Laat
maar klinken
je
vuisten
bonzend
op elke deur
doe toch
open, zie mij, luister.
Laat
maar klinken
je
handen,
roffelend
en werkend
aan je
toekomst, zonder schande.
Laat
maar klinken
je
snikken
om wat
mislukt, om die
brok,
die je niet weg kunt slikken.
Laat
maar klinken
de
stilte
die
alles overschreeuwt
geen
woorden, klanken, maar kilte.
Laat
maar klinken
je
lach en
je
geluk, als het niet
te
beschrijven is, met geen pen.
Laat
maar klinken
j’
instrument
verklank,
vertolk, ruim baan
aan
wat je raakt, je overstemt.
“Laat maar klinken
mijn
dochter, mijn zoon,
alles
wat in je leeft,
kom
maar met je unieke toon.
Laat
maar klinken
mijn
zoon, mijn dochter
alles
wat in jou stierf,
je
dalen, je haarspeldbochten.
Laat
maar klinken,
niets
is fout,
denk
niet dat niemand hoort
en
begrijpt wat jou zo benauwt.”
Laat
maar klinken
bij de
Heer
ben je
veilig, Hij zegt:
“Mijn
kind, kom maar, leg alles neer.”
Hij
laat klinken:
“IK
bevrijd,
het
oude is voorbij,
IK
leef, jij leeft, nu al, met Mij!”
Het oude gaat voorbij en er komt nieuw.
BeantwoordenVerwijderenWederom mooi geschreven.