Ik wil
het zien
en ik
wil wegkijken.
Ik wil
het horen
en ik
wil mijn oren dichtstoppen.
Ik wil
erbij zijn
en ik
wil me afsluiten.
Ik ben
bang wat te missen
en ik
ben bang voor wat ik te zien krijg.
Ik wil
toekijken
als
een kat uit de boom
verstopt,
zonder rol,
zonder
opgemerkt te worden.
Ik wil
horen
zonder
dat iemand weet
dat ik
er ben.
Ik wil
herkenning vinden,
zonder
dat altijd te delen.
Maar
dat alles is zo koud, zo kil,
zo
alleen, zo vervelend.
Ik wil
erbij zijn, meemaken wat jou blij maakt
maar
ik vrees het moment dat het mij te hard raakt.
Ik wil
mee-leven,
maar
soms voelt dat meer als over-leven.
Soms
kom ik tevoorschijn
mijn
angst en voorbehoud voorbij
soms
trek ik me terug
wenste
ik alles achter de rug.
Ja ik
wil naar buiten
en ja
ik wil ook hier blijven.
Ik wil
het niet onderdrukken
maar
ook niet overdrijven.
Wat
zal ik kiezen?
Wil ik
wel een keuze maken?
of
steek ik mijn hoofd in het zand
want dan
kan niets mij raken?
Misschien
van allebei een beetje
want,
lieve ik, weet je:
al die
sociale media
en al
die kijk-hoe-blij-wij-zijn-reclames
ze
kunnen je zo heen en weer slingeren
tussen
hopen, wensen, afschuw, kippevel,
ze
kunnen je laten genieten en je laten huilen,
maar
vertrouw dat je altijd, met alles, bij Vader mag schuilen!