Daar stond ‘ie,
de kerstboom. Gekregen. Een nepperd, voor een echte kerstviering, een echt
kerstgevoel. Jaap hield er niet zo van, van kerstbomen. Maar ja, een gegeven
paard (of boom) he…
Hij had geen nee
durven zeggen toen zijn moeder er mee op de stoep stond. Blijkbaar had hij nog
niet genoeg geleerd op de assertiviteitstraining dit jaar, bedacht hij met
enige zelfspot.
En nu dan? Hij
weigerde versiering te kopen en op zolder had hij ook niets meer liggen. En een
kale boom was toch ook geen gezicht? Verkopen dan maar? Ach, Marktplaats had
hij geen verstand van.
Ineens wist hij
het.
Hij stopte de
boom zo goed mogelijk terug in de doos, bond er een stuk touw omheen en maakte
het vast op de bagagedrager van zijn fiets. Jas aan en gรกรกn.
Als die mensen niet naar de boom konden komen, moest de boom maar naar hen
toekomen.
Nooit eerder was
hij hier geweest. Natuurlijk was hij er wel eens langs gefietst, maar nooit had
hij er naar gekeken. Laat staan vaart minderen en afstappen, zoals nu. Wat zou
hij eigenlijk zeggen? Tijd om na te denken had Jaap niet. “Kan ik u helpen?”,
hoorde hij. Een rijzige gestalte kwam op hem af. “Ja, nee, eh.. ik kom wat
brengen”, hakkelde Jaap. “Deze kerstboom hield me in zijn greep, misschien kunt
u er wat mee”. “Vast wel, loop maar mee”, antwoordde de onbekende.
Jaap voelde
opluchting, maar was ook benieuwd wat er ging komen. Hij nam de doos van zijn
fiets af en liep gauw achter de ander aan. Zijn hart bonsde in zijn keel. Ze
kwamen in een grote ruimte, met allemaal mensen die er heel gewoon uitzagen. “Deze
meneer komt ons een kerstboom brengen”, zei de man tegen de anderen. Tot Jaap
zijn verbazing begonnen ze te klappen en te juichen. “Ik was zo bang dat we
niets zouden hebben”, zei een vrouw. “Nu is ons hart gevuld”, zei een ander.
“De boom hield me
in zijn greep”, zei Jaap, “maar nu zie ik dat hij jullie gegrepen heeft, op een
positieve manier”.
Ze zetten de boom
samen op, versierden hem met ballen en lichtjes en babbelden ondertussen over
van alles. Waarom was hij hier niet eerder geweest? Was dit dezelfde Jaap die
vanochtend nog zo bang en gesloten was? Hij was bevrijd, en de mensen ook,
figuurlijk gezien.
Voldaan liep Jaap
de deur uit. Hij floot een kerstlied: Eer
zij God die onze Vader en die onze Koning is. Eer zij God die op de aarde naar
ons toe gekomen is.
Hij fietste naar
huis, weg van de gevangenis.