zaterdag 31 augustus 2024

Tijd

Tijd

glijdt

als zand

door mijn vingers

of

het haakt,

raakt,

maakt

me blij:

weer een dag, maand, jaar erbij.

 

zaterdag 24 augustus 2024

Mistige morgen

Zo af en toe laat hij zich al weer zien: de mist. Passend bij de nazomer. Misschien willen we er nog niet aan, want het is nog zomervakantie, maar toch waren er al weer enkele mistige ochtenden.

De mist ‘heeft iets’, vind ik: de wereld is kleiner, je kunt minder ver voor je uit kijken. Dingen aan de horizon, zoals windmolens en kerktorens, zijn voor even verdwenen. Het is windstil. Misschien wil je vertragen, verstillen.

 

Wat had ik enkele weken geleden geluk. Ik had een vaartocht geboekt. ’s Morgens heel vroeg. De enige van die organisatie voor dit jaar. En juist op die morgen was het mistig. Adembenemend. Sereen, zou ik bijna zeggen.

 

Om kwart over vijf stapte ik de deur uit en maakte alvast deze foto:

dinsdag 13 augustus 2024

Laat het maar los

Dit gedicht schreef ik als vervolg op ‘Uit’. Want hoe kun je uit staan als je nog veel vast houdt? Misschien wel vast moét houden? Loslaten kan klinken alsof je iets of iemand als een baksteen laat vallen. Met het risico op bezeren. Kun je misschien, in plaats van loslaten, iets doorgeven? Doorgeven aan God? Doorgeven aan een medemens? Die mee helpt dragen? Je staat niet alleen.

                                                                     

‘Laat het maar los’

klinkt zo eenvoudig.

Toch houd je vast,

staat schouder aan schouder.

vrijdag 9 augustus 2024

Uit

Je hoeft niet proberen

alles wat ‘moet’.  

Laat het gebeuren:

zweet, tranen, bloed.

 

De wereld raast door:

de piepjes, de bliepjes,

de pingels en rinkels,

appjes, berichten, sms,

kijk hier, zie daar,

het bezorgt je stress.

 

De wereld raast door.

En jij?

Adem in, adem uit,

stel je haar voor

zonder verwachting,

zonder geluid.

 

Je hoeft niet proberen,

laat het maar gaan.

Het mag je leren

eens uít te staan.