Het is ’s avonds laat. Ik vouw de was nog even op. Een merel zingt, vlakbij. Langzaam wordt hij stiller.
Zing
maar, vogel,
dan
weet ik dat de wereld leeft.
Zing
maar, vogel,
ook
als het leven wankelt en beeft.
Zing
maar, vogel,
je
getuigt van Hem die zoveel geeft.
Zing
maar, vogel,
ook
voor wie niets heeft.
Zing
maar, vogel,
ik
hoor je zang die door het luchtruim zweeft.
Zing
maar, vogel,
ik
hoor de dank die eraan kleeft.
Zing
maar, vogel,
dwars
door lach en tranen heen.
Zing
maar, vogel,
dan
ben ik niet alleen.
Prachtig geschreven.
BeantwoordenVerwijderenDank je wel Aritha!
Verwijderen